Ondernemers liggen regelmatig over de waarde met de fiscus overhoop

Datum :
2 januari 2018

Ondernemers liggen regelmatig met de fiscus overhoop over de waarde van hun bedrijf. Een hogere waarde leidt immers tot een hogere aanslag. De fiscus verlangt tegenwoordig een onderbouwde waardebepaling van ondernemers, op basis van de Discounted Cashflow (DCF). 

De aandacht van de Belastingdienst voor bedrijfswaarderingen neemt toe, merkt belastingadviseur Jeroen de Vos van Van Oppen en Partners. Ook als het gaat om het mkb. De Vos noemt het voorbeeld van een detailhandelaar voor wie hij in het kader van bedrijfsopvolging een waardebepaling uitvoerde. De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) kent uitgebreide vrijstellingen voor de schenkbelasting, maar wel onder voorwaarden. Om te bepalen of een bedrijf binnen die vrijstelling valt, is een waardebepaling noodzakelijk. De Vos: “Ik heb die waardering naar eer en geweten uitgevoerd volgens een methodiek die ook in het fiscale veld gangbaar was: de verbeterde rentabiliteitsmethode. De reactie van de fiscus was dat zij zelf ook een waardering hadden uitgevoerd op basis van DCF, en dat ze hoger uit kwamen.”

Er volgde een naheffing van € 90.000,-, maar De Vos liet het er niet bij zitten. Hij bracht de zaak voor de rechter, en kreeg gelijk. Zijn waardering stoelde volgens de rechter op redelijke uitgangspunten en was correct uitgevoerd. Daarom kon de fiscus er niet mee volstaan om een eigen waardering tegenover die van De Vos te stellen.

Handjeklap bij de waarde

Ook Henri Pannen, (mede)eigenaar van PV Accountants, kreeg na een waardering een aanzienlijk meningsverschil met de fiscus. Ook hier betrof het een waardering naar aanleiding van een bedrijfsopvolging. “Ik heb de waarde berekend op basis van een mix van de intrinsieke waarde en de rentabiliteitswaarde. Maar de fiscus kwam ruim twee keer zo hoog uit”, vertelt Pannen. “Vervolgens vroegen ze om meer gegevens, omdat ze mijn uitgangspunten wilden toetsen aan de DCF-methode. In overleg met de klant heb ik toen een waarderingsrapport laten opmaken door een Register Valuator. Maar de fiscus was het evenmin eens met het bedrag waar de RV op uitkwam. Omdat mijn klant de bedrijfsopvolging wilde afronden, koos hij ervoor om een waarde met de fiscus overeen te komen die boven de waarde van de RV uitkwam. Zo eindigde het dus gewoon in handjeklap, om verdere discussie te voorkomen.”

Terughoudende opstelling

De kennis bij de fiscus over waarderen is flink gegroeid. Zo beschikt de Belastingdienst sinds enige jaren over een Lan­delijk Business Valuation Team. Toch vindt De Vos dat de fiscus zich bij waarderingen terughoudend moet opstellen. De Vos: “Een belastinginspecteur kan niet vanachter zijn bureau vaststellen welke bedrijfsrisico’s aan een onderneming vastzitten.” En Pannen? “De belastingdienst dwingt de mkb-ondernemer als het ware om een waarderingsrapport te laten opmaken door een externe deskundige. Met extra kosten tot gevolg. Vervolgens wil men een rapport van een waarderingsdeskundige niet erkennen en probeert men alsnog ‘in onderling overleg’ de waarde bij te stellen. Dat is natuurlijk een merkwaardige gang van zaken.”

Bron: Van Waarde december 2017

Overdrachten

van bedrijven

Gerelateerde artikelen

Coronaschulden
WHOA: Coronaschulden … hoe nu verder….?

“Coronaschulden”, een goed artikel van mijn collega RV’er Pieter Christiaan…

0 comments
het kleinbedrijf
Het kleinbedrijf

95% van de MKB-ondernemingen valt onder het kleinbedrijf. Zij vertegenwoordigen…

0 comments
WordPress Lightbox Plugin